Steeds vaker komt de steenmarter, ook wel stadsmarter, negatief in het nieuws. De steenmarter rukt op in Nederland en omliggende Europese landen en veroorzaakt steeds meer overlast aan auto’s en huizen.Op deze website vindt u alles wat u over de steenmarter wilt weten. Wij besteden hier aandacht aan uiterlijke kenmerken van de steenmarter, gedrag, overlast, zijn leefgebied in Nederland en verschillen met andere leden uit de marterfamilie, waaronder de boommarter. Daarnaast besteden we ook aandacht aan apparaten die steenmarters en overlast door steenmarters kunnen voorkomen en verjagen in en rondom uw huis en auto. Tot slot geven wij uitgebreide informatie over autoverzekeringen en wetgeving m.b.t. steenmarters.
Lees meer over…
Inhoudsopgave
- Uiterlijke kenmerken
- Uitwerpselen
- Voeding
- Gedrag
- Voortplanting
- Geluid
- Verspreiding en prevalentie
- Marterfamilie
De steenmarter (stadsmarter) is een roofdier uit de marterfamilie (hermelijnen, wezels, bunzingen, fretten, dassen, otters, nertsen en marters). Marters hebben een lang lichaam met korte poten, het zijn vleeseters. Ze kunnen goed klimmen en passen zich makkelijk aan aan verschillende omstandigheden. Qua uiterlijk kunnen ze op een kat of op een kleine vos lijken.
1. Uiterlijke kenmerken
Een volwassen steenmarter is tussen de 40 en 50 centimeter lang met relatief korte poten. De staart is ongeveer 25 centimeter lang. Steenmarters zijn bruin van kleur met een (grijs)witte vlek op hun keel en borst. Het gewicht van mannelijke steenmarters is gemiddeld tussen de 1,5 tot 2,0 kilo. Vrouwtjes wegen 0,7 tot 1,7 kilo. Steenmarters hebben een heel eigen “huppelende” manier van lopen. Ze kunnen goed klimmen en maken sprongen tot 1,5 meter hoog. Ook zijn steenmarters erg flexibel en kunnen ze in kleine gaten (5 tot 7 centimeter in doorsnee) kruipen. Zie hierboven foto’s van de steenmarter in zijn natuurlijke omgeving.
2. Uitwerpselen
Steenmarters leggen uitwerpselen van 4 tot 8 centimeter lang en 0,5 – 1,5 centimeter dik. Dit lijken “worstjes” met een gedraaide punt, vaak in de vorm van een vraagteken. Vaak zijn er nog pitten van steenvruchten in zichtbaar.
3. Voeding
Het eetgedrag van de steenmarter is uitgebreid onderzocht. Het is duidelijk dat de steenmarter een opportunistische eter is; onafhankelijk van de habitat waar de steenmarter zich in bevindt. Ze eten voornamelijk fruit, bessen en kleine zoogdieren. Fruit wordt voornamelijk gegeten wanneer dit beschikbaar is. In de winter en in het voorjaar worden meer kleine zoogdieren gegeten, zoals: muizen en insecteneters. Grotere zoogdieren worden ook gegeten als steenmarters deze tegenkomen in de vorm van aas, aangereden reeën bijvoorbeeld. Daarnaast eten steenmarters ook vogels (ook kippen), insecten en regenwormen. Steenmarters eten maar zelden amfibieën en reptielen.
Wanneer de steenmarter naar de steden en dorpen trekt (wat steeds vaker gebeurt) dan eet de steenmarter ook rondslingerend afval. Ook maakt de steenmarter soms kippen, konijnen of andere kleine huisdieren buit.
4. Steenmarter gedrag
Steenmarters zijn vooral ’s nachts en tijdens het schemer actief. In de winter zijn ze wat minder actief. De steenmarter mannetjes leggen ’s nachts gemiddeld zo’n 4 kilometer af, de vrouwtjes ongeveer 2 kilometer. Overdag zoeken ze vaak een rustige plek op, wisselend zijn dat in de zomer, hopen takken, greppels en holle bomen. In winter zijn spouwmuren, funderingen, zolders, kelders en schuren favoriet.Wanneer de steenmarter actief is blijft hij graag in de beschutting. Hij loopt niet graag op open terrein maar verplaatst zich lang bosjes of gebouwen. Ook worden steenmarters waargenomen in dakgoten, langs regenpijpen, in funderingen en in schuren.
Het wordt aangenomen dat steenmarters territoriaal zijn, alhoewel dit nooit echt goed onderzocht is. Het lijkt er op dat mannelijke steenmarters hun eigen territorium markeren met geursporen en dat mannelijke marters nauwelijks in andere territoria komen. Het territorium van een steenmarter ligt tussen de 15 en 800 hectare. De territoria van steenmarters is het kleinst in stedelijk gebied en het grootst in bosrijke gebieden. Steenmarter die in het stedelijk gebied wonen leggen minder kilometers af dan de steenmarters die in het bos voorkomen, dit komt waarschijnlijk simpelweg door het hogere aanbod van voedsel in de stad. Het territorium van mannelijke steenmarters is over het algemeen groter dan het territorium van de vrouwelijke steenmarter.
De eerste rapporten van steenmarters in de stedelijke omgeving dateren van rond 1950 in Bern. Maar bijvoorbeeld in Spanje en Portugal wordt de steenmarter nog niet waargenomen in stedelijk gebied. Waarom steenmarters zo relatief recentelijk worden waargenomen in stedelijk gebied is niet duidelijk.
4.1 Steenmarter overlast
Steenmarters vormen in principe weinig gevaar voor kippen. Ze zullen vooral proberen eieren te stelen. Wel wordt er regelmatig gerapporteerd dat een steenmarter grote aantallen kippen aanvalt en doodt zonder ze verder op te eten. Mogelijk wordt dit veroorzaakt doordat kippen in paniek raken en de steenmarter de kippen vervolgens pas aanvalt.
Er zijn wat rapporten van steenmarters die een moestuin op de kop zetten. Dit is echt nooit vastgelegd op camera, maar mogelijk zijn de steenmarters alleen op zoek naar wormen of kevers in de grond.
Sommige mensen zijn bang dat steenmarters hun kat aanvallen. Deze angst lijkt ongegrond. Katten en steenmarters lijken elkaar vooral te negeren. In de studie van Jan Herr over steenmarters nam hij waar dat katten en steenmarters speels met elkaar omgaan en nam hij geen fysiek contact waar.
In Centraal-Europa staan steenmarters vooral bekend door de schade die ze toebrengen aan auto’s. Voornamelijk door het doorbijten van kabels maar ook door het kapot bijten geluid- en isolatiemateriaal. Het fenomeen dat steenmarters auto’s beschadigen is het voor het eerst beschreven in Zwitserland in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Steenmarters zijn goede klimmers en vinden vaak hun weg in een huis door kleine openingen in het dak. Ze maken vaak een nest op een ongebruikte zolder of een holle ruimte onder het dakbeschot. De meeste overlast vindt plaats doormiddel van ontlasting van de steenmarter die je kunt gaan ruiken, geluidsoverlast en de beschadiging van dakisolatie.
Steenmarters leven in de buurt van mensen en daarom is inzicht in de ziektes die steenmarters kunnen overbrengen van belang. Het geringe onderzoek dat hierna gedaan is geeft echter aan dat steenmarters weinig ziektes, en parasieten, aan mensen kunnen overbrengen. Het overbrengen van hondsdolheid lijkt het grootste risico te vormen. Vergeleken met vossen lijkt het risico nog steeds erg klein. Gedurende een epidemie van hondsdolheid in Zwitserland bleek het virus in 76.6% van het aantal onderzochte vossen voor te komen, van de onderzochte steenmarters bleek maar 2.6% besmet (Steck and Wandeler,1980, The epidemiology of fox rabies in Europe).
5. Voortplanting
Steenmarters zijn meestal maar 30 tot 60 dagen per jaar in staat om zich voort te planten (meestal in de periode van juni tot augustus). Mannetjes vechten onder elkaar met veel gekrijs om de vrouwtjes te kunnen bevruchten. Een vrouwtje is ongeveer 10 dagen loops en kan bevrucht worden door meerdere mannetjes. In deze periode is de geur van een loops vrouwtje erg sterk waardoor de verschillende geslachten elkaar gemakkelijk kunnen vinden. Na een draagtijd van ongeveer 9 maanden, ook wel verlengde draagtijd genoemd, worden in april de jongen geboren. Deze zijn meestal rond de 10 centimeter groot en hebben een grijs-witte vacht.
Gemiddeld krijgt een marter drie jongen maar dit kan oplopen tot vijf of soms acht. Pas na ongeveer 5 weken gaan de ogen van de jongen open. Vanaf de geboorte worden ze 2 maanden gezoogd door hun moeder en vanaf 6 weken krijgen ze vast voedsel te eten. Na 3 maanden zijn de jongen zelfstandig en worden ze door hun moeder op sleeptouw genomen in de omgeving. Door de geurklieren in de voetzolen van de moeder herkennen de jongen waar ze heen moeten. In de nazomer zoeken de jongen vervolgens hun eigen territorium. Steenmarters in het wild worden ongeveer 10 jaar oud en in gevangenschap kunnen ze zelfs 18 jaar oud worden.
6. Wat voor geluid maakt de steenmarter?
Van nature is de steenmarter geen herriemaker en maakt de steenmarter weinig tot geen geluid. Het meest opvallende geluid dat men hoort van de steenmarter is het stommelen in of rondom het nest. Dit geluid lijkt op het geluid van een “inbreker op zolder”. Als de steenmarter angstig is kan deze schreeuwende, fluitende of piepende geluiden maken. Daarnaast kan een steenmarter ook tokkelen of mekkeren bij tevredenheid (net zoals een kat kan spinnen). Als steenmarters vechten kunnen ze harde, krijsende geluiden voortbrengen.
7. Verspreiding en prevalentie
De oorsprong van de steenmarter ligt in Zuid- en Oost-Europa en Azië. De laatste decennia is de steenmarter getrokken naar Midden-Europa en de laatste jaren is de steenmarter steeds frequenter gesignaleerd in Noord-West Europa, inclusief Nederland. Een steenmarter kiest als voorkeursbiotoop voor zijn territorium traditioneel een landelijke omgeving, het liefst in de nabijheid van menselijke activiteit (ook in verband met voedsel), maar ook kunnen ze diep in de bossen of op rotsen leven.
De steenmarter heeft een groot aanpassingsvermogen en zijn leefomgeving is dan ook divers. Steenmarters leven graag in gebieden waar mensen wonen; ze komen echter ook voor in bossen of berglandschappen waar ze niet in aanraking komen met mensen.
De laatste jaren zijn er echter ook diverse meldingen van steenmarters die in steden leven. Waarom de steenmarter steeds vaker in steden lijkt voor te komen, is nog niet bekend. De steenmarter verkiest een afgezonderde plaats als schuiloord, inbegrepen schuilplaatsen in bouwwerken van menselijke oorsprong. In Nederland komt de steenmarter vooral voor in de oostelijke rand van het land, met name in Limburg, Brabant, Overijssel, Gelderland en Groningen zijn steenmarters erg actief.
De steenmarter (Martes foina) voelt zich goed thuis in steden. De steenmarter komt voor op het vasteland van Europa. Van Portugal in het westen tot het zuidwesten van Rusland en Turkije in het oosten. In Engeland, Ierland en het grootste deel van Scandinavië komt de Steenmarter niet voor. Verder naar het oosten zijn afzonderlijke populaties te vinden in bijvoorbeeld Afghanistan, India en Nepal. Ook rond Wisconsin in de USA is een populatie te vinden; deze zijn waarschijnlijk ontsnapt van een lokale boerderij.
In het artikel ‘Steenmarters ten westen van de IJssel’ (Broekhuizen en Müskens, 2004) wordt vermeld dat steenmarters tot de Tweede Wereldoorlog zich af en toe lieten zien ten westen van de IJssel. Na afloop van de oorlog trok de steenmarter zich terug achter de IJssel. Sinds de jaren tachtig is de steenmarter weer aan een opmars bezig.
In onderstaande afbeelding van de Verspreidingsatlas van de Nationale Databank Flora en Fauna is te zien dat de steenmarter geleidelijk aan in heel Nederland aangetroffen wordt.
Broekhuizen en Müskens beschrijven dat een steenmarter liever een heel eind omloopt dan om te zwemmen. Misschien is dit wel de reden dat de steenmarter nog in mindere mate rond de grote rivieren te vinden is.
8. Marterfamilie
De steenmarter is een roofdier uit de familie van de marterachtigen (Mustelidae). De familie van de marterachtigen heeft vier onderfamilies, te weten otters (Lutrinae met zes geslachten van otters: onder andere Europese otter, zeeotter en rivierotter), Euraziatische dassen (Melinae met vijf geslachten: onder andere de varkensdas, Euraziatische das en stinkdas), Mellivorinae (kleine onderfamilie met alleen de honingdas als geslacht) en de echte marters (Mustelinae met zes geslachten).De zes geslachten in de onderfamilie echte marters zijn (1) Eira, met de tayra, een Zuid Amerikaanse marterachtige, (2) Galictis, met de grison, een marterachtige die voorkomt in Midden- en Zuid-Amerika, (3) Gulo, met de veelvraat, een grote marterachtige die leeft in Alaska, Canada en Rusland, (4) Ictonyx, met de zorilla, ook wel de gestreepte bunzing, een marterachtige die leeft in Zuid- en West-Afrika, (5) Martes, met Amerikaanse marter, Maleise bonte marter, steenmarter, boommarter, Japanse marter, vismarter en sabelmarter, (6) Mustela, met bergwezel, hermelijn, steppebunzing, langstaartwezel, Japanse wezel, Europese nerts, zwartvoetbunzing, wezel, Europese bunzing (met afgeleid de fret), Siberische wezel, Amerikaanse nerts). Hieronder beschrijven we de overeenkomsten en verschillen tussen de steenmarter en de belangrijkste (vanuit Nederlands perspectief) leden van de marterfamilie.
8.1. Overeenkomsten en verschillen met de boommarter
De boommarter is meestal donkerder van kleur dan de steenmarter. Ook heeft de boommarter een gele bef waar de steenmarter een witte vlek heeft (keel, borst, voorpoten). De boommarter heeft ook langere en bredere oren en ook een kortere en bredere snuit dan de steenmarter. De boommarter varieert in grootte en gewicht (tussen 20 en 50 centimeter voor de romp en tussen 500 gram en 2500 gram zwaar).De boommarter is zeldzamer dan de steenmarter. De boommarter leeft voornamelijk in het bos en zoekt veel minder de menselijke omgevingen op dan de steenmarter doet. Als u een marter waarneemt in een stad of dorp is het hoogstwaarschijnlijk een steenmarter en geen boommarter. Net als de steenmarter is de boommarter een nachtdier en overdag dus nauwelijks actief. Ook de boommarter is een beschermde diersoort.
8.2. Overeenkomsten en verschillen met de bunzing
De bunzing is donkerbruin met een lichtbruine zijkant (flank). Op de oren van de bunzing hebben witte randjes en de kop is deels ook wit, met uitzondering van een donker masker. In de winter is de vacht opgezet waardoor de bunzing er in de winter dikker uitziet dan in de zomer.De bunzing is kleiner dan de steenmarter, mannetjes worden maximaal 45 centimeter (500 tot 1500 gram) en vrouwtjes worden maximaal 35 centimeter (400 tot 800 gram). Net als stinkdieren verspreiden bunzingen een penetrante lucht waarmee ze hun territorium afbakenen.Bunzingen leven in de natuur en zullen niet snel mensen opzoeken. De bunzing kan ook goed uit de voeten in het water. In Limburg wordt de bunzing ook wel een ulling genoemd. Net als de steenmarter zijn bunzingen nachtdieren. De bunzing is de wilde voorvader van de fret.
8.3. Overeenkomsten en verschillen met de das
De das heeft een grijze bovenkant en zwarte poten. De punt van de staart en de oren van de das zijn wit. De kop van de das is wit-zwart gestreept. Dassen kunnen groter worden dan de steenmarter, namelijk tot 80 centimeter met een staart van nog eens 20 centimeter. Ook kunnen dassen makkelijk een gewicht van 15 kilo bereiken. Dassen leven in burchten, in bossen, vooral op de Veluwe. De das is, net als de steenmarter, een beschermde diersoort.
8.4. Overeenkomsten en verschillen met de hermelijn
De hermelijn lijkt enigszins op de steenmarter. De hermelijn heeft ook een bruine vacht en een witte of lichtgele bef. De hermelijn is wel kleiner dan de steenmarter en bereikt een grootte van maximaal 30 centimeter en een gewicht van maximaal 500 gram. De hermelijn is slanker dan de steenmarter. Ook heeft de hermelijn een dunnere staart en een dunnere en langere nek. Hermelijnen zijn zowel ’s nachts als overdag actief. De hermelijn komt in heel Nederland voor.